Wat als vaste onbelaste reiskostenvergoeding eindigt op 1 april?

Wat als vaste onbelaste reiskostenvergoeding eindigt op 1 april?

In een update van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis staat dat de goedkeuring voor de vaste onbelaste reiskostenvergoeding loopt tot 1 april 2021.

gepubliceerd: 10 maart 2021 door Salaris Vanmorgen

Komt er nog een nieuwe regeling? Dat weten we nog niet. Duidelijk is in elk geval dat elke werkgever met vaste reiskostenvergoedingen moet gaan nadenken over hoe nu verder, als werknemers niet meer dagelijks naar hun vaste werkplek reizen, en ook niet meer blijven reizen in de toekomst.

Wettelijke regeling

Een werkgever mag een onbelaste vergoeding geven voor woon-werkverkeer van maximaal € 0,19 per kilometer. Aangezien dit veel administratieve lasten voor een werkgever met zich meebrengt (tellen van het werkelijk aantal reisdagen woon-werkverkeer) kent de wet de volgende vereenvoudiging (praktische regeling):

  • De werkgever mag een vaste kostenvergoeding geven voor woon-werkverkeer.
  • Deze vergoeding mag gebaseerd zijn op 214 reisdagen per jaar.
  • Pas als de werknemer minder dan 128 dagen per kalenderjaar reist naar zijn vaste werkplek, moet je deze vaste vergoeding stopzetten.

Zie ook paragraaf 21.1.2 Vaste vergoeding in Handboek Loonheffingen

Goedkeurend beleid

Via het Besluit noodmaatregelen coronacrisis is goedgekeurd dat de werkgever de vaste reiskostenvergoeding toch onbelast, gebaseerd op deze 214 dagen, mag uitbetalen, waarbij de ‘coronathuiswerkdagen’ als reisdagen zijn aan te merken. Deze goedkeuring geldt tot en met 31 maart 2021.

Besluit noodmaatregelen coronacrisis gewijzigd – versie maart 2021

Reiskostenvergoeding na 1 april

Vooralsnog vervalt na 1 april 2021 de goedkeuring en kan de werkgever alleen nog een onbelaste reiskostenvergoeding betalen als aan de wettelijke eisen wordt voldaan. In de praktijk zal dit er in veel gevallen toe leiden dat de werkgever de praktische regeling niet meer kan toepassen en je vaste reiskostenvergoedingen niet meer volledig onbelast kan uitbetalen.

De werkgever moet keuzes maken voor de toekomst. Hierbij gaat het onder meer om de volgende vragen:

  • Wat wordt het reispatroon van werknemers?
  • Blijven de werknemers nog wel volledig naar kantoor reizen, of zal (gedeeltelijk) thuiswerken
    de nieuwe norm worden?
  • Wat betekent dit voor de organisatie en wat wil de werkgever nog aan reiskosten gaan vergoeden?
  • Op welke manier is de huidige reiskostenvergoeding in het arbeidsvoorwaardenbeleid opgenomen? Mag de werkgever dit zonder meer eenzijdig wijzigen?
  • Heeft de werkgever bij de toekenning van de reiskostenvergoeding afspraken gemaakt over wijzigingen van fiscale regelgeving of wijziging van omstandigheden?
  • Zijn er binnen de organisatie regels over langdurige periodes van niet-reizen of afwezigheid?

Wat kun je doen?

  1. De vergoeding baseren op werkelijk aantal reisdagen, of
  2. De vergoeding blijven baseren op de vaste reiskostenvergoeding, en de 128 dagen-grens monitoren.

Je moet in beide gevallen kritisch het echte reiskostenpatroon monitoren.

Bron: Miriam Michiels van EY

Laatste nieuws